Geschiedenis:
De Siberische Kat is pas sinds de Perestroika een ras met stamboom. De eerste standaards werden rond 1989 geschreven, herschreven en door verenigingen geaccepteerd. Voordien was het voor de mensen in Rusland door het communistische regime bijna onmogelijk om raskatten te fokken en men had ook niet in de gaten dat hun halflangharige huiskat een eigen, apart ras zou kunnen zijn. Doordat er vrijheid kwam, konden mensen hun interesse in rasdieren uiten en ontstonden er in de jaren ’80 van de vorige eeuw in rap tempo honden- en kattenverenigingen , die shows organiseerden en over de grenzen naar andere rassen konden kijken. Zo ontstond het idee dat hun eigen halflangharige kat misschien een Maine Coon zou kunnen zijn, of een Noorse Boskat. Contact met keurmeesters uit Europa en van verder weg, leerde echter dat beide boskatrassen andere kenmerken hadden dan hun eigen kat en ze met een apart ras van doen hadden. Een passende naam werd gevonden en overal in de grote steden werden fokprogramma’s opgezet. Katten van dit type komen echter al eeuwen voor in noordelijk Rusland en ze werden hoog gewaardeerd om hun jachtkunst. Er zijn allerlei sprookjesachtige verhalen over deze katten, die bij de monniken over de balken in de hoge vertrekken liepen, op de uitkijk naar vijanden, over katten die het boerenerf bewaakten tegen indringers… Er bestaat een ets van een colourpoint kat van het Siberische type van een paar eeuwen oud. In de 18e eeuw werd St. Petersburg bedreigd door een rattenplaag. De toenmalige tsaar Peter nam een verstandig besluit: hij liet sterke katten naar zijn stad brengen, die de ratten moesten verdelgen. Dit deden ze uitstekend. In de Tweede Wereldoorlog moest deze zelfde stad door een beleg van 900 dagen. Er was geen dier meer in de stad in leven, behalve ratten en muizen en opnieuw bedreigde ongedierte de stad. De mensen gingen in de wijde omgeving katten zoeken en brachten ze naar St. Petersburg. Dit is het begin geweest van de Siberische Kat in die stad. Katten van dit zelfde type leven in heel Noord-Rusland. Het zijn overlevingkunstenaars uit moeilijke tijden en dat zie je aan ze af. Omdat Rusland erg groot is en in elke stad een soort mini-milieu bestaat, kan het gebeuren dat je onderlinge verschillen ziet tussen Siberische Katten uit de verschillende steden. Ze mogen allemaal als Siberische Katten worden geshowd en gefokt. Het is een jong ras en het type is nog niet “uitgekristalliseerd” zoals bij bijvoorbeeld de Pers, de Britse Korthaar of de Siamees

 

Algemeen voorkomen: 
De Siberische Kat is een middelgrote tot grote kat, die een krachtige uitstraling moet hebben. Alles aan ze lijkt rond of afgerond te zijn. Dit geeft ze een vriendelijk uiterlijk. Ze zijn halflangharig met een overdadige vacht in de winter en een bijna kortharige vacht in de zomer. Ze hebben een zware bottenstructuur. Ze zijn sterk, klimmen graag en jagen over het algemeen uitstekend. 
Kop: De Siberische Kat lijkt in verhouding een grote kop te hebben. Het gezicht van neus tot tussen de oren is ongeveer net zo lang als de schedel breed is. Van bovenaf zou je de kop in een stompe driehoek kunnen zien, maar dat is niet een volledig correcte omschrijving, omdat de jukbeenderen zwaar zijn aangezet, en daardoor wat buiten de driehoek kunnen uitsteken en de snuit een afgeronde vorm heeft, waardoor de driehoek geen punt heeft. De kat mag geen “pinch” hebben, maar de lijn vanaf de neus via de jukbeenderen naar de zijkant van de kop is een golvende S-lijn. 
Van de zijkant zie je dat de Siberische Kat een duidelijke overgang heeft van de neusrug naar de afgeronde schedel, maar geen stop, zoals de Pers. Ook de lijn van neus via kin naar hals is zo’n golvende lijn. De kin is echter niet zwak of wijkend, maar volgt wel in die rondingen. 
Ogen: De oogkleur mag groen, geel, oranje zijn, maar er mogen niet meerdere kleuren voorkomen in een oog. De voorkeur gaat uit naar groene ogen. De Siberische Colourpoint heeft altijd blauwe ogen. Men ziet bij deze kleurvariant het liefst zo diep mogelijk blauw. De vorm van de ogen is afgerond (niet rond). Ze staan ietwat schuin in de schedel en zijn relatief groot, met de bovenrand iets vlakker en de onderrand ronder. De ogen staan minimaal een oogbreedte uit elkaar. 
In Amerika worden de Siberen met grotere ogen gefokt dan in Europa en Rusland. 
Oren:De oren zijn middelgroot met haarpluimpjes uit de oren. Graag worden ook lynxpluimpjes op de oorpunten gezien. De oren hebben op zich geen spitse punt, maar de lynxpluimpjes kunnen die indruk wekken. Ze staan minimaal een oorbreedte uit elkaar. Te grote of te kleine oren zullen op een show minpunten opleveren of zelfs tot diskwalificatie leiden. 
Nek: relatief kort en krachtig.
Lichaam: Het lijf van de Siberische Kat is tamelijk langgerekt en maakt met de poten een rechthoek die langer is dan hoog. Een Sibeer heeft heel typisch een wat rondere ribbenkast dan de meeste kattenrassen, zonder tonvormig te zijn. De rug is gespierd. De heupen staan net zo hoog als de schouders. 
Poten: stevig en krachtig, ze geven blijk van een grove bottenstructuur. 
Voeten: in verhouding tot de poten, rond, met haarpluimpjes tussen de tenen, die bij voorkeur zowel naar voren als naar achteren uitsteken. Dit worden sneeuwschoenen genoemd en de haren mogen niet worden weggeknipt voor de show. Sterke en tamelijk lange klauwen. 
Staart: De staart is aan de basis breed en loopt enigszins taps in een afgeronde punt toe, zonder dun te worden. De lengte is goed als het laatste kootje van de staart, langs het lijf naar het schouderblad toe gevoerd, de punt van het schouderblad raakt. Leg nooit de staart van een kat over zijn rug tussen de schouderbladen, dit kan een breuk of ernstige kneuzing veroorzaken! Een te lange of te korte staart kan tot diskwalificatie leiden op een show. De staart is zwaar behaard, de dekharen mogen echter niet langer zijn dan de ondervacht. De staart mag geen knik of onregelmatigheden vertonen! 
Vacht: halflangharig met een driedubbele vacht: een gladde bovenvacht waarvan de afzonderlijke haren echter wat stug kunnen aanvoelen en die stuk voor stuk met een olielaagje omgeven zijn, met een dubbele, wollige ondervacht, die in de zomer bijna niet aanwezig kan en in de winter overdadig moet zijn. De dekharen van de bovenvacht mogen niet langer zijn dan de wollige haren van de ondervacht. De vacht is als geheel waterafstotend. De Siberische Kat heeft, net als de andere boskatrassen, een kraag en bef, lange haren aan de buik, een volle pluimstaart en een “broek”, waarbij de poten vanaf de hakken naar de voeten toe korter behaard zijn. Verder zijn haren uit de oren en tussen de tenen verplicht en haren op de oorpunten (lynxpluimen) gewenst. 

 

Kleuren:
Alle kleuren die de “boerenkat” heeft, zijn toegestaan, behalve chocolat/lilac en cinnamon/fawn. Deze kleuren en ook het ticked tabby-patroon duiden op inkruisen van andere rassen, en dat wordt bij de Siberische kat niet toegestaan. In principe duidt ook de kleur “golden” op inkruising van een ander ras, in dit geval de Pers of een afstammeling van een Pers met die kleur, hoewel de wens om golden tabby te fokken misschien meer met de benaming van de kleur te maken heeft dan de werkelijke inkruising van een ander ras.
De Siberische Kat is een ras waar nog geen genetische ziekten bij bekend zijn. Door inkruising met andere rassen, waar genetische problemen in zitten, kan het makkelijk gebeuren dat er afwijkingen ingefokt worden. Dit is zeer onwenselijk! 
Wat betreft de colourpoint factor: die zit wel al eeuwen in het ras. Zoals boven aangegeven bestaat er een afbeelding van een colourpoint kat die sterk lijkt op een Siberische Kat. Deze is in Rusland gemaakt van een kat die daar leefde. We kunnen ervan uitgaan dat dit een bijzondere kat was, want meestal worden uitzonderingen of speciale gevallen geportretteerd, maar desalniettemin duidt deze plaat erop dat ze er toen al waren. Het is niet zelden dat een volledig gekleurde moeder met een volledig gekleurde vader samen een of meerdere pointkittens voortbrengen. Er zijn verenigingen die de Colourpoint Sibeer niet accepteren omdat een “boskat geen pointkleur mag hebben”, maar feit is dat een aantal Colourpoint Siberen, die aan de rivier de Neva in de buurt van St. Petersburg zijn gevonden in het wild, een grote bijdrage hebben geleverd aan de opbouw van het ras, en dat deze kleurslag al eeuwen wordt gevonden bij de Siberische Kat. De fokkers uit St. Petersburg hebben hun Colourpoint Siberen liefkozend Neva Masquarade (maskerkat van de Neva) genoemd, om de kleurslag aan te geven, niet omdat het een ander ras zou zijn. Een Colourpoint Sibeer kan na verloop van tijd donkerder nakleuren op het lijf. Dit is toegestaan, en ook het hebben van donkerdere vlekken op het lijf of het tonen van tabby tekening, hoewel niet echt wenselijk, mag niet gestraft worden door aftrek van punten. 
De vacht van een zwart tabby Sibeer heeft over het algemeen de meest ideale structuur. Zilver, non-agouti, verdunning (blauw en crème) en de pointfactor kunnen de vacht zachter maken, terwijl rode katten last kunnen hebben van een ietwat te droge vacht.
 


Laatste opmerkingen: 
De Siberische Kat is een ras dat zich langzaam ontwikkelt. Met 5 jaar zijn ze pas echt helemaal volgroeid, hoewel castratie de ontwikkeling wel zal versnellen. Een opgroeiende Sibeer kan eruit zien als een slungelige tiener, waarbij de eigenaar denkt dat het nooit wat zal worden, om dan na verloop van tijd zich te ontpoppen tot een prachtdier met de gewenste zware “boning” en musculatuur, een overdadige vacht en een heerlijk karakter. 
In principe kan een Siberische Kat zijn vacht zelf onderhouden, maar een beetje hulp tijdens de rui in de vorm van borstelen of kammen kan beslist geen kwaad.


Hypo-allergene vacht
Een leuk weetje bij dit ras is het feit dat deze katten een hypo-allergene vacht hebben. Hypo betekent minder, dus minder een reactie op en allergeen betekent de stof die het betreft, in dit geval het Feld 1 proteïne die aangemaakt wordt in onder andere het speeksel van de kat.
Wat houdt dit nu in? Allergische reacties van katten zijn niet het resultaat van haar lengte. De ware schuldige is een glyco-eiwit beter bekend als Feld 1 die in de vet afscheidende klieren van de huid worden geproduceerd, maar ook in speeksel en urine. Deze klieren zijn op alle gebieden van de vacht te vinden, maar in meerdere mate rond de hals. Katten zijn echte poetsers als het hun "persoonlijke hygiëne" betreft. Na een verzorgingssessie droogt het speeksel op de vacht op en mengt zich met dode huid cellen (huidschilfers). De minuscule deeltjes komen in de lucht terecht en landen op het tapijt, meubilair, gordijnen, enz. Wanneer men met deze deeltjes in aanraking komt, via de huid of door inademing, ontstaat er een allergische reactie. Een allergische  reactie kan zich in diverse vormen uiten, waaronder niesen, waterige bloeddoorlopen ogen, een krassende keel en/of ongeduldige loop neus.

Ras: Siberische Kat / Neva Masquerade
Andere naam: Sibeer, voor de pointvariant ook: Siberische Colourpoint, Neva Masquerade
Oorsprong: de hele voormalige USSR, maar met name Noord Rusland/Siberië
Gehouden als: huiskat, in het land van oorsprong ook als muizenvanger/ongedierteverdelger.
Grootte: middelgroot tot groot
Gewicht: poezen: 4 tot ruim 6 kilo, katers 5 tot 9 kilo, men ziet graag grote katten. Het gewicht moet voornamelijk uit de bottenstructuur en de zware bespiering komen, hoewel veel Siberen ook een klein vetbuikje hebben. 
Kleur: alle “boerenkattenkleuren”, dus zwart, blauw, rood, crème, schildpad, deze kleuren met elke hoeveelheid wit, alle genoemde kleuren met en zonder tabbytekening, met zilver/smoke en in colourpoint (“Siamezenpatroon”). Wit is een toegestane maar wel zeer zeldzame kleur. 
Niet toegestaan zijn chocolat/lilac en cinnamon/fawn, evenals ticked tabby. 
Vachtsoort: halflangharig 
Gemiddelde leeftijd: net als elke andere kat tussen de 10 en 15 jaar